Constant Lievens wordt geboren te Moorslede op 10 april 1856. Hij groeit er op in een door en door christelijk gezin. Op het Klein Seminarie van Roeselare behoort hij tot de ‘wonderklasse’ met o.a. Albrecht Rodenbach. Tijdens de retorica heeft hij Hugo Verriest als leraar. Literatuur en talen trekken zijn geest en hart open voor de wijde wereld. Hij beslist: ‘Ik word priester’ (1876). Maar er leeft in hem een stem die hem verder roept. Na zijn eerste jaar theologie te Brugge treedt hij in bij de Jezuïeten te Drongen. Onmiddellijk na zijn noviciaat vertrekt hij naar India (1880). Hij voltooit er zijn theologische studies en wordt priester gewijd te Calcutta in januari 1883 door aartsbisschop Paul Goethals, S.J. Hij bereidt zich voor op zijn missiewerk in Chotanagpur door nog enkele inlandse talen te leren.
In de omgeving van Torpa (1885) en een paar jaar later in het gebied van Ranchi wordt hij de grote verdediger van de uitgebuite kastelozen. Zijn inzet voor de armen opent voor hen de weg naar het Evangelie. Lievens leeft helemaal voor zijn mensen en zijn ijver wordt gevoed door een geest van harde onthechting en onophoudelijk gebed. Gods zegen rust op zijn werk en er komt een massale bekeringsbeweging op gang.
Zijn werk wordt echter niet door iedereen in dank afgenomen. Lievens wordt ervan beschuldigd de mensen op te zetten tegen de Britse kolonisator. Hij wordt echter vrijgesproken. Zijn mateloze inzet eist echter een zware tol. Hij verneemt dat hij ’tering’ heeft. Hierop reageert hij: ?Ik heb nog zoveel te doen? en hij werkt door, al is het met verzwakkende kracht. Hij beperkt zich nu tot stille activiteit en probeert nog het Evangelie in de Oraon taal te vertalen.
Totaal uitgeput keert hij in 1892 naar België terug en verblijft een tijd in Drongen, gaat nog even naar Moorslede om ten slotte in het klooster te Heverlee zijn sterven aan de Heer toe te vertrouwen op 7 november 1893. Hij is dan 37 jaar.
De graankorrel die in de aarde valt, brengt echter veel vrucht voort. Na zijn dood groeit de Lievensmissie weldra uit tot een jonge en vitale kerkgemeenschap tot op vandaag. In 1993, precies honderd jaar na zijn sterven, wordt het stoffelijk overschot van Lievens van België naar India overgebracht en plechtig bijgezet in de kathedraal van Ranchi.
Ook in België wordt hij nooit vergeten. In 1929 eert de gemeente Moorslede hem met een ruiterstandbeeld op de grote markt. In 1956 bij de herdenking van zijn honderdste geboortejaar wordt een monument opgericht in de dreef van het Klein Seminarie te Roeselare.
In 2001 wordt het proces tot zaligverklaring plechtig geopend. In 2006 wordt in de St. Martinuskerk van Moorslede een devotieruimte ingewijd met de bijzetting van Lievens’ dopende en zegenende rechterhand.